Impregneren van natuursteen
Impregneren is het beschermen van een natuurstenen oppervlak van binnenuit, met een vooraf opgeloste kunststof. Als het impregneermiddel is opgedroogd biedt het een goede eerste linie tegen vuil en vlekken. Alle impregneermiddelen hebben na verloop van tijd onderhoud nodig.
Over het impregneren.
Impregneren gebeurd met een vocht en vuilwerende kunststof die afhankelijk van de ondergrond en omstandigheden vooraf is opgelost in water of een oplossingsmiddel zoals terpentine of aceton.
Van toepassing op alle natuursteensoorten.
Sterk zuigende vloeren zoals een zandkalksteen, kwartsiet of leisteen zullen meer impregneermiddel nodig hebben dan een gepolijste marmer of graniet. Alle vloeren zullen enigszins van tint veranderen. In welke gradatie is afhankelijk van de natuursteensoort, het gebruikte impregneermiddel en de hoeveelheid impregneermiddel.
De procedure:
Het impregneermiddel wordt op een schoon en droog oppervlak aangebracht. Meestal is het oppervlak dezelfde dag weer te gebruiken. De eerste 24 uur moet u het oppervlak beschermen tegen vocht, dit om het impregneermiddel maximaal te laten uitharden.
Het resultaat:
Door deze behandeling ontstaat er een oppervlak dat beschermd wordt van binnenuit door een kunstoflaag die zich net onder het oppervlak bevindt. Door deze laag kan vuil en verkleuringen minder makkelijk intrekken. Het is een buffer tegen vuil en vergemakkelijkt het onderhoud. Het is echter geen ondoordringbare laag, na verloop van tijd zal een vloeistof altijd tussen de porien van het impregneermiddel doorsijpelen. Hoe snel dit plaatsvind is afhankelijk van de vloeistof en de temperatuur van de vloeistof.
Een impregneermiddel biedt geen bescherming tegen zuren!
Een gezoete vloer zal doorgaans ook geïmpregneerd moeten worden.